Hoeden met Herders

 

Ook bij de wedstrijden voor Franse en Duitse herders worden grotere groepen schapen, van 50 tot zelfs 200 stuks, gebruikt. De nadruk ligt daarbij meer op het hoeden dan op het drijven. Hond en herder moeten samen de kudde over een ingewikkeld parcours leiden, langs een akker, over een brug en over een kruispunt. Verder wordt het ruimer en compacter weiden van de schapen beoordeeld. In Duitsland worden doorgaans twee honden tegelijk gebruikt.

 

Bij een HGH- examen of -wedstrijd moet de herder, met de hulp van meestal 2 honden of (helaas soms) met maar 1 hond, in ongeveer 1 uur met een kudde van ca. 300 schapen een parcours afleggen, waarbij de kudde met de herder op kop achtereenvolgens uit een omheind perk wordt gehaald en over een smalle weg naar een niet omheind smal graasgebied (akker, berm of iets dergelijks) van plm. 25 à 30 meter breed wordt geleid. De schapen moeten daarin enige tijd grazen, terwijl de hond langs de grenzen van dit smalle graasgebied heen en weer moet lopen om daardoor passief en zo nodig actief te voorkomen, dat de schapen eruit lopen of in een naastgelegen akker of tuin gaan snoepen. De honden mogen het graasgebied niet inlopen en hun gedrag moet zodanig zijn, dat het grazen van de schapen zo min mogelijk wordt verstoord. Vervolgens moet de kudde, weer met de herder op kop, uit het smalle graasgebied trekken en over een weg naar een evenmin omheind en minstens 55 meter breed graasgebied worden gebracht. Tijdens deze tocht moet een aantal hindernissen worden genomen. Allereerst moet de hond de over de weg trekkende kudde 2x voldoende ruimte laten maken om een rijdende auto ongehinderd te laten passeren. Daarbij mogen zowel de hond als de kudde of de auto niet in gevaar komen. Vervolgens moet de kudde, nog steeds met de herder op kop, over een brug trekken, waarbij de hond ervoor moet zorgen dat de schapen niet langs de brug, maar over de brug gaan. 

 

Nadat de herder de kudde in het brede graasgebied heeft geleid, moet de hond, net als bij het kleine graasgebied, weer de grenzen bewaken door daar langs heen en weer te lopen. Een belangrijke maar moeilijke oefening tijdens het grazen in het brede graasgebied is het stellen van de kudde. Hierbij moet de hond op commando van de herder de kop van de kudde tegemoet het graasgebied inlopen in 3 achtereenvolgende fases van steeds afwisselend langzaam lopen en staan tot de kudde hierdoor van graasrichting keert. Zodra dat is gebeurd, moet de hond snel en zonder onderbreking langs dezelfde route die hij gekomen is weer naar de grens terugkeren en het bewaken van de grenzen hervatten. Als laatste onderdeel moet de herder, weer op kop van de kudde en samen met de hond(en), de kudde uit het brede graasgebied leiden, in het omheinde perk terugbrengen en het perk weer sluiten. Tijdens het gehele parcours moet de hond zelfstandig of op commando een schaap, dat het gezag van de hond negeert, actief durven corrigeren door het met de bek in de nek of bij de ribben aan te stoten of even vast te houden. Ter voorkoming van verwondingen of economische schade mag het schaap daarbij uiteraard niet worden beschadigd.  Bij zo'n examen of wedstrijd worden in ca. 1 uur alle vereiste eigenschappen en vaardigheden van de herder en hond getoond en beoordeeld, welke ook in de dagelijkse praktijk vaak uren achtereen moeten worden volgehouden zonder dat de hond het daarbij kan en mag laten afweten.